Bij het inrichten van de expositie heeft hij zijn oorspronkelijk plan om het werk in verschillende thematische groepen te tonen achterwege gelaten. De tekeningen zijn in de laatste jaren ontstaan. De “sferen” zijn momentopnames van zijn dagelijkse belevenissen, gedachten en ondernemingen, die vorm hebben verkregen in het atelier. Hier zijn de werken aan drie wanden in toevallige rangschikking opgehangen. Op deze wijze ontstaan onverwachte ontmoetingen van tekeningen onderling. Soms zullen thematische of formele verbanden ontstaan in het patroon van de ophanging en op andere plekken zullen contrasten zichtbaar worden tussen de verschillende tekeningen. Het chaotische van de presentatie op de drie wanden krijgt rustpunten toebedeeld in vorm van beschilderde houten plankjes. Modellen voor de schilderijtjes zijn onbenullige afvalproducten die centrisch afgebeeld zijn. Ik noem ze in navolging van objecten in barokke plafonds “rozetten”.

Zijn tekeningen zijn de neerslag van mentale processen. Ze komen uit verschillende onderzoeken en belevenissen. In het atelier werkt hij de tekeningen uit met pen en Oost-Indische inkt. Ze ontstaan door te reflecteren op een thema. Het tekenen met pen, het dopen van de veer in het inktpotje, het krassen van de veer op het papier zijn onderdeel van het ritueel van werken. De langzame manier van het vullen van het vel papier is voor mij buitengewoon boeiend; soms lijkt de pen haar eigen gang te gaan en hem op sleeptouw te nemen. Het zijn indrukken van korte reizen, van dagelijkse belevenissen, dromen en de neerslag van gelezen boeken en het bedenken van installaties. Tussen de tekeningen zal hij foto’s van gerealiseerde installaties ophangen. De tekeningen worden in groepen gerangschikt. Op intuïtieve manier gaan ze verbanden aan, die niet eerder bedacht zijn. Als scheiding tussen de groepen tekeningen wil hij kleurige, geschilderde rozetten aanbrengen. Het zijn kleine schilderingen die verwijzen naar zijn eerdere schilderwerk.