Troje staat op het punt van omvallen. De toekomst van de stad wordt niet bepaald door het lot of de goden, maar door de Trojaanse elite: Koningin Hecuba neemt alleen genoegen met een overwinning en is bereid hier alles voor op te offeren. Andromache moet de troon veiligstellen voor haar zoon. En Cassandra gelooft dat zij de enige is die haar familie van zichzelf kan redden. Via hun machtspositie kan de bevoorrechte klasse zich een niveau van comfort en veiligheid veroorloven. Ondertussen staat het volk op het slagveld. Maar wat is patriottisme waard als het overwinnen van de oorlog hoofdzakelijk zorgt voor een bevoorrechte, gevestigde orde?