Bij Robyn Orlin, geboren in Zuid Afrika, roept de periode van de apartheid sterke beelden op. Zo de rickshaws in Durban, kleine handkarren getrokken door zwarten om blanken te vervoeren. Wat haar het meest opviel was niet zozeer de uitbuiting van de mens door de medemens in zijn meest rauwe vorm, maar de waardigheid van deze riksja chauffeurs, gekleed in kostuums wiens fijnzinnigheid en schoonheid getuigden van de creativiteit en van een wilskracht om het hoofd te bieden aan de vernedering. Getooid met pluimen, edelstenen, parels en koehoorns, ondermijnden ze zo de dehumanisering waar ze aan onderworpen werden. Deze zwoegende mannen “leken te dansen, het lichaam zwevend in de lucht”, aldus Robyn Orlin. Door haar herinneringen te delen met een jonge generatie van Zuid- Afrikaanse dansers brengt Robyn Orlin een strijd voor waardigheid en gelijkheid op scène die vandaag, zoals in het verleden, uiting geeft aan artistieke- en creatieve zelfexpressie.