De Australiër is vooral bekend als muzikant, maar studeerde in zijn vroegere jaren beeldende kunst. Met zeventien handbeschilderde keramische figuren vertelt hij in de serie het leven van de duivel, van zijn geboorte tot aan zijn dood. Cave liet zich hierbij inspireren door Staffordshire flatbacks, populaire schoorsteenmantelversieringen uit de Victoriaanse periode.

‘Weet je, ’s nachts, als ik probeer te slapen, sluit ik mijn ogen en zie ik de beeldjes achter elkaar voorbijkomen – de pasgeboren Duivel genesteld tegen het veulen, de kleuter met zijn vuurbal, het kind met de rode aap, de Duivel die het meisje verleidt, de Duivel die ten strijde trekt door een bloemenveld en dan terugkeert op een zwart paard langs een weg van  schedels, ze gaan maar door, de Duivel met zijn bruid en het gouden konijn, de Duivel die het kind offert op het altaar, de Duivel losgezongen van de wereld, en zo verder en verder, de Duivel zittend op een muur, een plas tranen rond zijn voeten, zijn ijzingwekkende, dramatische dood en uiteindelijk zijn aangespoelde lichaam op een strand, naast hem een gehurkt kind dat zijn hand uitsteekt als vergeving. Deze processie heeft een zekere zin en brengt me enorme troost. Het haalt mijn eigen verhaal naar voren vanuit de duisternis, uit de chaos, om ergens van te getuigen. Het brengt orde in de wereld en een soort vrede.’

– Nick Cave