Het meeste rood-witte porselein is gemaakt tijdens de regeerperiode van keizer Kangxi (1662 – 1722) in de Qing-dynastie (1644-1912). De benaming ‘melk en bloed’ is waarschijnlijk in de 19e-eeuwse antiekhandel ontstaan. Hoewel het porselein speciaal voor de export naar Europa is gemaakt, zijn de decoraties wel degelijk Chinees. Zo zijn er vaak afbeeldingen uit beroemde Chinese boeken als inspiratie gebruikt of gelukssymbolen in de decoraties verwerkt. In zeldzame gevallen zijn ook Europese prenten als voorbeeld voor de beschildering gebruikt of is in Nederland nog een extra decoratie toegevoegd.

De rood- en goudkleurige beschildering werd pas na het bakken van het voorwerp op het transparante glazuur aangebracht en gefixeerd bij lage temperaturen. De rode kleur bestaat vaak uit een ijzer-rode omlijning met een zalmkleurige invulling. De uitstraling van de decoraties is heel delicaat en verfijnd. Zowel het rood als het goud zijn kwetsbaar. Veel van de gebruiksvoorwerpen deden dan ook alleen dienst als sierstukken.

De verzameling ‘melk en bloed’ is aan het Kunstmuseum Den Haag in schenking overgedragen door de Vereniging Rembrandt. De verzameling was eerder aan de Vereniging Rembrandt geschonken door het Haagse echtpaar Henriëtte Roelofsz-Dunlop (1926-2014) en Noes Roelofz (1921-2012).