Wat wil je van me? Het is de algemene vraag die in een kort ogenblik gedachteloos wordt gesteld door het langslopende publiek aan een kunstwerk. Er wordt gevraagd, raak mij, en de kunstenaar moet maar laten zien wat hij kan of hij hieraan tegemoet komt. Hier ligt dus een uitdaging voor de maker om met zijn werk in aandacht te concurreren met de dagelijkse obsessies en beslommeringen van zijn publiek. Geen gemakkelijke opgaaf want het betekent in mijn geval dat ik moet wedijveren door middel van het mengen van kleuren en het hanteren van de penseel, met de korte aandachtspanne waarmee de moderne mens zich dagelijks door de wereld beweegt.

Ook hij stond in het verleden voor de uitdaging op welke manier hij zijn publiek zou aanspreken. Hij realiseerde zich al snel geen rechttoe rechtaan imitator te willen worden van de alledaagse werkelijkheid, geen vlijtig kopiist van de anatomie van de dingen om mij heen, maar juist wel een schepper van poëtische sferen. Hoewel hij dagelijks vele uren in zijn atelier zijn werk doet, ontstaan zijn schilderijen dus maar ten dele uit vlijtig kopiëren. Hij schildert al lang niet meer alleen wat hij observeert maar vooral wel wat hij denk te weten. Voor hem geldt niet langer de nuchtere waarheid, geef hem maar de zachte droom. En de troost die zij brengt wanneer het hem lukt een atmosferisch dun laagje verf op zijn doeken te realiseren en er bovendien in slaagt met de ander te communiceren over het onzegbare wellicht het ongerijmde van zijn voelen.

In de Tuingalerie laat hij het werk zien dat tot stand kwam in het afgelopen jaar. Hij hoopt dat het tot expressie komt bij hen die de moeite nemen een bezoek te brengen.