Zittend op een muurtje van het sportveld bij school. Alleen. Iedereen weg. Met een knikker in je hand en muziek op je oortjes. Je staart de lucht in, totdat je ogen prikken en wolkenkleuren vervagen. Bijna val je van de muur terwijl je op dat muurtje zit met al je vragen. Waarom kan ik me alleen voelen terwijl er zoveel is in dit grote universum? Hoe kan het dat de aarde zo groot is, maar een stip in de Melkweg? Waarom moeten mijn sneakers op de groei gekocht? Wanneer ben ik uitgegroeid of ben ik dat nooit? Of krimp ik nadat ik maximaal ben gegroeid?

En net op dat moment rolt er iemand het sportveld op, als een knikker of meteoriet. En vanaf dan ben je niet meer alleen met je vragen…