Het koloniale verleden is in Den Haag op vele manieren aanwezig, bijvoorbeeld in onze taal, muziek, eten, festivals en herdenkingen. Ook in de architectuur, zoals het voormalige Ministerie van Koloniën waar nog altijd de portretten hangen van de bestuurders van toen. De tentoonstelling Koloniaal Den Haag, een onvoltooid verleden gaat over de rol die de regeringsstad speelde in het Nederlandse koloniale systeem.

Verleden
Den Haag is vanouds het bestuurlijke centrum van het land en wás de stad van waaruit ooit een groot koloniaal gebied werd bestuurd, een gebied vele malen groter dan Nederland. Met deze bestuurlijke rol onderscheidt Den Haag zich van steden als Amsterdam en Rotterdam die vooral als handelssteden een rol speelden binnen het koloniale systeem. Den Haag is de stad van het beleid, van de bestuurders en van de politiek. Beslissingen in Den Haag genomen hadden ooit grote gevolgen voor miljoenen mensen ver weg: in Indonesië, in Suriname en in de Caribische delen van het koninkrijk. 

Gedurende een periode van ruim drie eeuwen werden deze gebieden bestuurd vanuit één dominante drijfveer: het maximaliseren van winst. Een beleid dat gepaard ging met onderdrukking van de inheemse bevolking, rechteloosheid, geweld, slavernij en het de kop indrukken van elke vorm van verzet. De tentoonstelling vertelt dit verhaal door de ogen van een aantal historische personen. Juist deze menselijke verhalen geven de vaak verstrengelde geschiedenis gezicht. Niet alleen de bestuurders of de verzetsstrijders, ook de mensen die bijvoorbeeld het systeem van binnenuit wilden hervormen, komen in beeld. Door hun ogen zien we de groei van het kolonialisme tot en met de afschaffing van de slavernij in 1863 en de strijd voor autonomie en onafhankelijkheid.  

Bekende personen zoals Johannes van den Bosch, die het Cultuurstelsel invoerde in Indonesië, en Tula, leider van de Curaçaose slavenopstand van 1795, worden in een nieuwe context gepresenteerd. Er is ook aandacht voor minder bekende personen. Bijvoorbeeld de tot slaaf gemaakte Virginie van Gameren die na een lang juridisch proces haar vrijheid en die van haar kinderen bij het Ministerie van Koloniën afdwong en zelf haar naam koos. Of Pangeran Adipati Soejono, de enige minister van Indonesische afkomst in een Nederlandse kabinet. Hij zette zich in voor meer zelfbestuur. Al deze historische personen geven de impact van het koloniale systeem gezicht. 

Heden
Naast adviseurs op het gebied van koloniale geschiedenis is een groot aantal Hagenaars en Hagenezen gevraagd een bijdrage te leveren aan de tentoonstelling. Met persoonlijke objecten en familieverhalen schetsen zij een beeld van de doorwerking van het koloniaal verleden in hun persoonlijk leven, tot op de dag van vandaag. Uiteindelijk zijn we allemaal ‘erfgenaam van koloniaal Den Haag’.