In het werk van Karin Arink staat het lichaam centraal. Niet als uiterlijke verschijning, maar lichaam en lichaamshouding als drager van ervaringen. Zij ziet het lichaam onder meer als façade waarachter men zich kan verschuilen, als een plek voor een ander en als vorm van het bestaan. In haar werk probeert ze die abstracte ideeën en existentiële vragen visueel te vangen. Zo is elk beeld een fysieke vorm van een bepaalde staat van ‘zijn’.

Haar beelden, tentoongesteld in Kabinet en Zeezaal, lijken elkaar als in een choreografie in beweging te zetten en zoeken ze verbinding met de toeschouwer. Door het lichaam als het ware binnenste buiten te keren, wil Arink het onderhuidse naar boven halen en de afstand tussen beeld en kijker wegnemen. Ze wil tonen wat onzichtbaar is in het volste besef dat dat niet kan. Daardoor roepen haar beelden een zekere spanning op.

Hollow Grounds reageert op de aanhoudende wereldwijde onrust en stelt vragen over wat er overblijft als de grond onder onze voeten verdwijnt. Getriggerd door de dubbelzinnige betekenis – ‘ground’ betekent zowel ‘bodem’, ‘basisvoorwaarde van het bestaan’ en ‘reden’, koppelt Arink het woord hier aan de ervaringen die ze in haar werk verbeeldt. Het zijn ervaringen waarin we elkaar zouden moeten kunnen vinden. Want wat blijft er over als de grond onder onze voeten verdwijnt?