Deze verzameling van perspectieven belicht kunstpraktijken die gebruikmaken van historische verhalen, teksten en beelden, terwijl de ideologische omstandigheden waarop deze zijn gevestigd worden bevraagd. Tegelijkertijd ontketend elk van de getoonde werken een verhulde en geheimzinnige kracht. De gepresenteerde werken wijzen ons op een kern binnen alledaagse chronologieën die tijdloos is. Ze reflecteren namelijk zowel op het verleden, als op mogelijke toekomsten. Door historische verwijzingen te ontwrichten en opnieuw te construeren, bieden de werken een nieuwe manier van kijken. Deze existentiële blik laat het ‘hier en nu’ doordringen met het ‘daar en toen’, en ondermijnt onze gebruikelijke categorieën van tijd, ruimte en aanwezigheid.

Het brutalistische gebouw van architect Marcel Breuer, ontworpen voor de Amerikaanse ambassade van Nederland, dient als locatie voor de tentoonstelling. Op een toepasselijke wijze gebruikt ‘It Might be a Mirage’ het pand als een aanvullend historisch bewijsstuk. Door de presentaties wordt de vrijwel onveranderde bureaucratische omgeving op een dubbelzinnige manier ingezet. Ongewenste, maar wezenlijke, schimmen van het verleden raken ontketend en verstoren het heden. De beelden die opdoemen in de werken verschijnen zowel als fantastische schitteringen, als ontregelende fantomen.

David Claerbout’s werk situeert zich tussen het informatieve beeld, fotografie en digitale animatie. Zijn werk maakt gebruik van optische mechanismen om de relatie te onderzoeken tussen bewustzijn en waarneming, herinnering en mythe. De integratie van technologie en mens vormt een basis voor Claerbout’s beelden, films en tekeningen, als ook zijn werkmethode.

Robert Kusmirowski is geboren in 1973 in Łódź, Polen. Kusmirowski’s werken lijken op driedimensionale foto’s. Hierin bootst hij ruimtes na van spektakels uit het verleden, zowel historisch als verzonnen, en wekt de suggestie van een menselijke aanwezigheid die is gekomen en gegaan, als een scene van een verdwijning. Kusmirowski’s werken doen denken aan weergaven uit etnografische en geschiedkundige musea. Zijn betrokkenheid op specifieke spektakels uit het verleden en zijn beeld van de geschiedenis wordt uitgedaagd.

Mark Leckey, geboren 1964, Birkenhead, Verenigd Koninkrijk, is één van de meest kenmerkende Britse kunstenaars van zijn generatie. Zijn werk varieert van film en video, tot sculptuur, objecten en verschillende stijlen van weergave van elastische materialen en vormen. Ongeacht het medium past Leckey’s werk verstoringen toe op historische beelden en voorwerpen, om zo een verhulde realiteit in te stellen die nooit volledig in haar essentie kan worden gevat.

Sinds de late jaren zeventig is Moshe Ninio’s werk geïnvesteerd in het fijngevoelige bestaan van beelden die al in het alledaagse voorkomen. In elke cyclus van werken vormt het ‘originele’ beeld een object dat op subtiele wijze is aangepast, om weer tot een meta-beeld van zichzelf terug te keren dat mogelijk verschilt van haar originele functie, of deze zelfs ontwricht. In hun nieuwe opstelling worden de beelden schimmen die noch tot de werkelijke orde behoren, noch de orde van pure representatie.

De praktijk van Wolfgang Plöger, geboren 1971, Münster, Duitsland, ontleedt onze kennis over technische representatie, en in het bijzonder de representatie van geschiedenis. Zijn reeks filminstallaties reflecteren op zichzelf en grijpen in op tijd en ruime. Zodoende wordt het mechanisme en de materiële eigenschappen van filmprojectie in het algemeen herzien. Ze leggen de structuur van het filmische beeld bloot en confronteren ons met de gestandaardiseerde voorwaarden van technologische representatie.

Volgens Britse kunstenaar James Richards en de Amerikaanse mediapionier Leslie Thornton wordt hun gezamelijke werk sinds 2016 – films, tentoonstellingen en een boek – gevormd door een soort ‘derde geest’ die verschijnt in hun samenwerking. Terwijl ze uit twee verschillende generaties en achtergronden komen, wordt het werk van beide kunstenaars geleid door hun begrip van film als een eigen denkwijze, en ze benaderen media als een materiaal. Hun gedeelde interesse in het zichtbare, onzichtbare en wat er tussenin ligt leidt hun onderzoek naar de niet-menselijke waarneming. Hun films vormen een steeds groter wordende collage van perspectieven en veronderstellingen, die achterdocht uit de Koude Oorlog vermengt met angsten gevoed door internet en fake news.

De conceptuele en zinnenprikkelende kern van Danh Vo’s werk omvat de samensmelting van collectieve geschiedenis met persoonlijke ervaringen. Tijdens zijn kindertijd vluchtte zijn familie uit Vietnam en vestigden ze zich in Denemarken; dit vormt een onlosmakelijk deel van zijn kunstpraktijk. Het verbinden van persoonlijke ervaringen met drastische politieke gebeurtenissen wekt toch vragen op over de relatie tussen identiteit, maatschappij en historische onderwerpen. De raadselachtige installaties van objecten en beelden in Vo’s werk zijn een uitkomst van zijn verkenningstochten in de machtstructuren van de Westerse wereld.

Gecureerd door Ory Dessau en Tal Sterngast.
Tal Sterngast studeerde fotografie en film in Jeruzalem, Londen en Berlijn, waar ze woont en werkt. De afgelopen twintig jaar heeft ze bijgedragen aan kunsttijdschriften en catalogi, en aan Duitse en Israëlische kranten. Haar boek ‘Twelve Paintings, Excursions to the Gemäldegalerie in Berlin’ is gepubliceerd in 2020 (Hatje Cantz). ‘Boomerang. Contemporary Art against the Spectacular Image of History’ wordt gepubliceerd medio lente 2023 (Distanz).

Ory Dessau is zelfstandig curator en schrijver gevestigd in Gent en Brussel. Hij heeft samengewerkt met musea als Tel Aviv Museum of Art, Neue Nationalgalerie, Berlijn, S.M.A.K., Gent, en Moderna Museet Malmö. In 2021 cureerde hij ‘Facing the Crowd: On and Around Lecture Performance’ bij West Den Haag. Dessau’s teksten worden regelmatig gepubliceerd in verschillende kunsttijdschriften als Art Review, Flash Art, Mousse Magazine, en Metropolis M.