Het eerste deel reconstrueert de visuele en akoestische landschappen van Sevilla, die zijn basis kent in sonates voor klavecimbel en piano, de Fandango, de beeldtaal van de Sevillaanse schilder Diego Velázquez en de kinderlijke onschuld van de ‘Baile de los Seises’. Het tweede deel van de choreografie viert de schoonheid en verheerlijking van het lichaam.

Het visuele en akoestische landschap van Sevilla wordt beweging in een danssolo, die zinspeelt op kinderlijke onschuld aan de hand van wat bekend staat als de ‘Baile de los Seises’ en de ononderbroken stemmen van een kinderkoor.

De kathedraal van Sevilla is niet alleen de grootste gotische kathedraal ter wereld en een van de belangrijkste gebouwen in de Andalusische hoofdstad, het is ook het decor voor een traditie die bekend staat als de ‘Baile de los Seises’ [Dans van de Zes], een dans oorspronkelijk uitgevoerd door zes kinderen (er zijn er nu tien) gekleed in traditionele 16e-eeuwse kleding. Slechts drie keer per jaar treden ze op: voor het Onbevlekte Ontvangenisfestival, tijdens carnaval en op Corpus Christi. Israel Galván werd geboren in Sevilla en is de zoon van Sevilla bailaores José Galván en Eugenia de Los Reyes.