Een ontdekkingsreis in materiaal en vorm

In haar vroege jaren onderzocht Fredy materialen die weinig vanzelfsprekend zijn binnen de beeldhouwkunst. Ze experimenteerde met neopreen, rubber, ruw linnen, in brons gegoten textiel en jute. Deze ogenschijnlijk slappe, kwetsbare materialen combineerde ze met robuust roestvrij staal en cortenstaal, wat zorgde voor een boeiend contrast. De spanning tussen zacht en hard gaf haar werk een gelaagde visuele kracht.

Van klein naar monumentaal

De variatie in haar werk is ook zichtbaar in de schaal. Fredy maakte zowel kleine sculpturen als grote beelden in de openbare ruimte. Zo is haar werk “Tight” onderdeel van de West-Friese Zeedijkroute, en was “Z.T. twee materialen, een beeld” drijvend te zien in de gracht bij Kasteel Groeneveld. Deze grotere werken vormden de opstap naar haar monumentale beeldhouwwerk, waaronder het beeld op de Houtrustbrug in Den Haag en “Drie druppels” in Wognum – beide nog altijd publiek te bewonderen.

De kracht van glas en kwetsbaarheid

De nieuwsgierigheid van Fredy leidde haar later naar het materiaal glas. In gegoten glas creëerde ze onder andere de serie koppen, zoals “Sacra Conversazione”, waarin twee figuren op gesmolten traptreden hun verhaal lijken te fluisteren. Daarna volgde het geblazen glas en de ontroerende serie “Homo Bulla’s” – een poëtisch commentaar op de kwetsbaarheid van de mens, verbeeld als een zeepbel. In “Homo Bulla Body body” wordt de vergankelijkheid pijnlijk zichtbaar: schreeuwende mensen dragen een lichaam door Indiase straten naar de Ganges, op weg naar de dood.