In Coriolanus beschrijft Shakespeare vlijmscherp de werking van de politiek: hoe machtsgroepen opereren en retoriek werkt. Ook legt hij de wispelturigheid van de publieke opinie bloot: we zien hoe het volk Coriolanus verafschuwt, dan weer toejuicht, om haar enkele scènes later te verbannen. Bovenal laat Coriolanus zien wat er in een samenleving gebeurt als verstand en gemeenschappelijk belang niet langer leidend zijn, maar emotie en opportunisme de boventoon voeren. 

Wanneer generaal Coriolanus (Yela de Koning) als winnaar terugkeert uit de oorlog, juicht het volk haar toe. En dat terwijl ze haar vóór de oorlog nog haatten.Gesteund door machtige vrienden stelt Coriolanus zich verkiesbaar voor het hoogste politieke ambt. Niets lijkt haar benoeming in de weg te staan, maar dan hitsen haar politieke vijanden het volk op. Wanneer de burgers kwaad het Capitool bestormen, moet Coriolanus vluchten. Uit wraak sluit zij zich aan bij de verslagen vijand: zij zal de stad waarvoor zij haar leven zo vaak waagde alsnog vernietigen.