In een tijd dat steeds meer burgers met succes processen aanspannen tegen overheden en bedrijven om de bescherming en meer nog het behoud van de natuur af te dwingen kan een tentoonstelling niet actueler zijn dan The People versus Nature. 

De twee kunstenaars Brigitte Spiegeler en Sylvia de Boer leerden elkaar bij toeval kennen toen ze in april en mei 2021 in twee belendende zalen van Pulchri Studio exposeerden. Het was een gekke tijd, want door de derde coronagolf was alleen beperkte toegang tot Pulchri Studio mogelijk. Omdat veel bezoekers op afspraak kwamen waren de kunstenaars vaak en langdurig aanwezig en raakten steeds meer met elkaar in een diepgaand gesprek. 

Hun fascinatie voor tijd is één van de thema´s die Sylvia en Brigitte met elkaar gemeen hebben. Ze beleven tijd op hun eigen manier, en zijn zich terdege bewust van tijd. Sylvia houdt ervan om plekken te verbeelden waar de tijd verwart. Brigitte vindt dat denkbeeldige tijd alleen in ons hoofd bestaat, of zoals kunstcriticus Philip Peters ooit over een tentoonstelling van haar schreef: een tijd zonder tijd, vaag met enkele details die opduiken, is de herinnering nu, hier, maar tegelijkertijd eindeloos ver weg en ongrijpbaar. 

Schijnbare tegenstellingen is iets wat hen trekt en fascineert. Zo ook met de titel van de tentoonstelling. De mens tegen de natuur klinkt als een contradictio in terminis, want is de mens niet onderdeel van de natuur? Is de mens dan in strijd met zichzelf? Misschien moet het antwoord wel bevestigend luiden, alhoewel waarschijnlijk niet ieder mens zich hiervan bewust is. 

Dat ze veel gemeen hadden dat wisten ze al, maar hoe meer ze praten hoe meer overeenkomsten er blijken te zijn. Zo werken ze beiden graag met lagen. Brigitte kun je geen fotograaf noemen, want zij gebruikt fotografie als één van de multidisciplinaire manieren om te verbeelden.  Ze gebruikt ook verschillende fotografische technieken zoals camera obscura, zoutdruk en cyanotypie, waarbij soms pigmenten worden toegevoegd. In haar werk probeert ze wel het aantal visuele elementen te beperken. In een grote reeks werken gebruikt Spiegeler twee elementen, een zwart-witfoto en ruw pigment van één kleur. Wanneer er twee elementen zijn, wordt men gemakkelijk verleid tot gedachten over dualiteiten, bijvoorbeeld zwart en wit versus kleur, figuratief versus abstract, punt versus contrapunt, statisch versus dynamisch enzovoort.

De Boer schildert met olieverf en bewerkt het doek daarna met beitels om de verf her en der eraf te schrapen, en daarna weer verf toe te voegen. De beitels heeft ze van haar grootvader. Hij was timmerman en kunstenaar. Toen De Boer op enig moment een ‘painters block’ had vond ze een set oude, doorleefde beitels van haar opa. Dat bracht haar terug naar haar jeugd, toen ze graag kraste op een vel vol wascokleurtjes waar zwart overheen geschilderd was. Dit was het begin van haar eigen en herkenbare stijl van werken. Haar werk lijkt soms op textiel, terwijl het toch echt een olieverfschilderij is. Het is lyrisch abstract en vooral ook tijdloos. Ze schildert graag een niet bestaande natuur, maar ook al is het imaginair men herkent meteen dat het natuur is. Als ze werkt denkt ze tegenwoordig vaak na over hoe de wereld eruit zou zien na de mensheid. Niet dat het uitmaakt, want dan zijn er toch geen mensen meer om het te betreuren. Ze nodigt de kijker straks uit voor dit weemoedige gedachte-experiment. Tenslotte is verbeelding wat ons onderscheidt van ander leven (letterlijk en figuurlijk).