Janice McNab (1964) is een Schotse kunstenaar die in Den Haag woont en werkt. In haar schilderijen roept ze een vrouwelijke beleving op
aan de hand van dingen die we eten en dragen zoals de zijden shawl in The Ghost Garden. Ze schildert ook doe het zelf materialen als buisjes en tape
maar ook draadfiguren met daarin vlammen als ogen, samengestelde beelden waarmee ze een gemoedstoestand uitdrukt.

Arthur Cordier (1993) gebruikt afgedankt vrachtwagenzeil als basis voor zijn schilderijen. Op het verweerde en verkleurde oppervlak van het zeil brengt hij met tape en stickervel
een compositie van organische en abstracte vormen aan. Naast dit formele onderzoek maakt Arthur Cordier ook een maatschappelijk statement door materiaal dat economisch geen waarde meer heeft in het artistieke proces in te zetten.

Ronald Versloot (1964) laat een serie draadfiguren zijn die hij floating drawings noemt.
Een boomstam met hoed, een vrouwengezicht in een spiegel of een vrijend paar worden in contour weergegeven en vrij in de ruimte of iets voor de wand geplaatst.