Direct nadat Anna Verweij-Verschuure eind jaren vijftig met de kunstacademie stopt, begint ze te experimenteren met materialen en technieken. Vanaf 1958 zet ze haar kunstenaarscarrière voort onder enkel haar voornaam. Niet lang daarna legt Anna zich volledig toe op textiel, het materiaal dat ze haar gehele loopbaan trouw zal blijven. Aanvankelijk stort ze zich op het ontwerpen van uitbundige abstract-expressionistische wandkleden; vanaf halverwege de jaren zestig maken deze plaats voor figuratief, conceptueel werk met persoonlijk karakter. Vaak neemt ze haar eigen lichaam als vertrekpunt: de omtrek van of verwijzing naar het menselijke figuur is een rode draad in haar oeuvre.

Het begrip van textiel als beeldende kunst staat in deze periode voortdurend ter discussie. Het materiaal was tot vlak voor die tijd nog voorbehouden aan huisvlijt. Anna geeft met haar werk een inspirerende en relativerende wending aan deze discussie. Als pionier emancipeert ze het materiaal en maakt ze de weg vrij voor kunstenaars om te kiezen voor het handwerk in hun beeldende taal.

Papier
Maar ook Anna’s werk op papier krijgt een plek in de tentoonstelling, waaronder twee tekeningen van haarzelf in een denkbeeldige tuin. De begroeiing bestaat uit geschreven woorden als ‘tegel’, ‘groen’ en ‘vingerhoedskruid’. En ook met autobiografische teksten en gedachtestromen vult Anna haar tuin en maakt ze het tot een speels en komisch geheel. Haar andere ontwerptekeningen getuigen eveneens van een humoristische, tekstuele benadering van kunst, en wijzen bovendien op een thema dat ook voorkomt in haar textielwerk. Haar oeuvre staat in het teken van transitie – gedaanteveranderingen, bloei, groei of juist verdwijning. Zo kunnen haar kleine hangende sculpturen gemaakt van drukknoopjes in één ruk van hun vorm ontdaan worden.

Dit thema krijgt een extra lading als Anna in 1978 hoort dat ze ernstig ziek is. De wetenschap dat het leven spoedig zou eindigen, heeft vermoedelijk ook veel invloed gehad op haar laatste werken. In 1980 overlijdt ze. De tekeningen en textiel dankt Kunstmuseum Den Haag aan haar man, kunstenaar Hans Verweij, die in 2006 een mooie selectie van Anna’s werk heeft geschonken.

Anni Albers
Gelijktijdig vindt in het Kunstmuseum de tentoonstelling over het kunstenaarskoppel Anni en Josef Albers plaats. Met meer dan 200 werken, laat de tentoonstelling onder meer zien hoe de ambachtelijk vervaardigde weefsels van Anni Albers (1899 -1994) de grens tussen het functionele en het esthetische vervagen. Veertig jaar later borduurt Anna hier op voort.