Ze zijn geïnteresseerd in het verkennen van hauntology: hoe bepaalde ideeën, culturele elementen of potentiële toekomsten in hun afwezigheid nog steeds voelbaar kunnen blijven, alsof ze het hedendaagse leven achtervolgen. Dit roept nostalgische gevoelens op, die Stewart en Woudstra in de tentoonstelling verbinden aan het nachtleven en clubcultuur. De kunstenaars kijken daarbij niet alleen naar clubs zelf, maar ook naar de zogeheten liminale ruimtes van het nachtleven. De tussenruimtes onderweg van club naar club, de donkere gangen of straatjes of de slecht verlichte backstage: allemaal ruimtes die voor de kunstenaars specifieke culturele betekenis hebben en waarin voor hen een gevoel van nostalgie schuilt.

In de tentoonstelling vloeien en kunst en nachtleven samen in geluid, licht en sculpturen, waarbij een kritische blik wordt geworpen op de veranderende stadslandschappen en de rol van het nachtleven in gentrificatie. Clubs – volgens de kunstenaars ‘kathedralen van gentrificatie’ – bevinden zich immers vaak aan de randen van de stad in gebieden die onderhevig zijn aan herontwikkeling. Het uitgebreide programma dat Woudstra en Stewart zorgvuldig hebben samengesteld vormt hierbij een belangrijke schakel: verschillende artiesten activeren de tentoonstelling op magische wijze en versterken deze verbinding tussen dag en nacht, buiten en binnen, en tussen kunst en luisteren.