In het nieuwe een-jaar-lange programma onderzoekt West de fascinerende en inspirerende erfenis van Paul Robeson. Een presentatie over artistieke virtuositeit, roem, politieke overtuiging en leiderschap. De wisselende expositie met speelfilms, documentaires, muziek en archiefmateriaal uit zijn activistische carrière za worden aangevuld met evenementen. Zoals historicus Gerald Horne het formuleert, Paul Robeson was een artiest en een revolutionair, een man van zijn tijd en zijn tijd ver vooruit, een onvermoeibare strijder voor de universele menselijke waardigheid en een martelaar voor een wereld die nog steeds niet in staat is om respect voor iedereen te waarborgen.

De wereldberoemde zanger en acteur Paul Robeson dwong wereldwijd respect af met zijn inzet voor de universele humaniteit. Als welsprekend, charismatisch en compromisloos leider in de strijd tegen het kolonialisme, het imperialisme en voor de emancipatie van de zwarte bevolking, doorkruiste Robeson de verschillende sociale lagen van zijn tijd. In de dertiger jaren van de vorige eeuw speelde hij de hoofdrol in het toneelstuk Othello in Stratford, trok hij op met studenten zoals Kenyatta en Nkrumah, latere toekomstige leiders van Afrika, en werkte hij in Moskou samen met regisseur Sergei Eisenstein aan een film over de Haïtiaanse revolutionair Toussaint Louverture.

Samen met zijn vrouw, de antropoloog en journalist Eslanda, was Paul Robeson één van de eerste wereldwijd erkende zwarte intellectuelen. Hij was uitermate trots op zijn Afrikaanse afkomst en zijn presence bracht rimpelingen van opwinding en hoop over de hele wereld teweeg. Met zijn persoonlijke missie: dat alle menselijke culturen fundamenteel verwant zijn, vertolkte Robeson liederen van over de hele wereld in hun oorspronkelijke taal. Hij was overtuigd van een taalkundige overeenkomsten tussen volkeren en sprak vloeiend Russisch, Chinees, Noors, Welsh, Spaans en verschillende Afrikaanse talen, waarmee hij trouwe vrienden maakte, die hem te hulp schoten toen hij en Eslanda onder vuur kwamen te liggen tijdens de reactionaire Red Scare (Rode Angst) na de Tweede Wereldoorlog.

Door zijn strijd voor gelijkheid en zijn campagne voor het beëindigen van de Jim Crow-wetgeving en tegen lynchen, en hij kritiek leverde op het Amerikaanse imperialisme in Afrika, zou Robeson lange tijd onder het wakend oog van de FBI blijven staan. Zijn niet aflatende steun aan communistisch China en aan de USSR, het eerste land waar Robeson naar eigen zeggen vrij kon rondlopen en als volwaardig mens werd behandeld, versterkte zijn dissidente status. Hij werd streng gestraft voor zijn standpunten en uiteindelijk kapot gemaakt. Vandaag de dag wordt Robesons activisme gezien als de basis van de Civil Rights Movement. Robeson, een onvermoeibare voorvechter van de menselijke waardigheid, offerde zijn succesvolle artistieke carrière op en wijdde zijn leven aan de strijd tegen fascisme en racisme en vocht voor vrede en de rechten van arbeiders en onderdrukte mensen overal ter wereld.