Hendrik over zijn bronnen: “Mijn inspiratie haal ik uit de opera’s van Richard Wagner, Richard Strauss en Samuel Barber en Gustav Mahler, en uit schrijvers als Ludwig Wittgenstein, Marcel Proust en Robert Musil. ‘Maakt alles wat ons niet opvalt een indruk van onopvallendheid? Maakt het gewone altijd de indruk van gewoonheid op ons?’ L.W’.

Mijn zoeken gaan over de waarden en de zin van het leven en over onderwerpen die het menselijk tekort betreffen, zoals in de opera ‘Die Frau ohne Schatten’ van Richard Strauss, of dat taal niet kan uitdrukken wat het meest wezenlijke is in het leven, volgens Hugo van Hofmannsthal.  ‘Hoe donker is de grondslag waarop ons leven rust’ Gustav Mahler.

Mijn favoriete schilders : Matthijs Maris; Redon; Goya; Courbet; Gericault.

Mijn beeldende zoektocht naar inhoud, vorm, abstractie en materialiteit begint met de vragen: Wat wil ik, wat mag ik, wat moet ik, wat kan ik en waar gaat het eigenlijk over? Het is een constante bevraging van mijn werk. Een constante interactie tussen vorm en inhoud en de invloed op elkaar qua kleur, verf, materialiteit en het witte vlak dat een rol speelt. Het witte vlak dat de omgeving versterkt; Het witte vlak, dat de kleine vlek krachtiger maakt; Het witte vlak dat iets afschermt; Het witte vlak dat de lijst beïnvloed; Het witte vlak dat de vlekken die een suggestie oproepen versterkt.

Hendrik Duijn 3 oktober 2024