In Terug naar Prinsenplein gaat Gershwin Bonevacia op zoek naar de tienjarige Gershwin, ‘Gush’: wie Gush was, hoe Gush heeft bijgedragen aan Gershwin en waar de gevoelsmatige ontstane afstand vandaan komt. Gush groeit na zijn verhuizing uit Curaçao op bij tramhalte Prinsenplein in IJsselmonde, Rotterdam. Ondanks dat hij het thuis niet breed heeft en moeilijk meekomt op school is hij rebels en onbevangen. De volwassen Gershwin vindt het hoog tijd om zich te ontdoen van de labels die door anderen aan hem worden opgelegd: dat hij een man is, zwart, dichter, migrant, dyslectisch.